Toen ik gisteren aan het denken was aan het woord economie, kon ik deze etymologisch niet echt plaatsen. Dus ijverig als ik ben pak ik mijn etymologisch woordenboek van Van Dale erbij en zocht het woordje economie erbij. Nou hier komt het; wist je dat economie sinds 1615 synoniem staat/stond voor staathuishoudkunde en zuinigheid. Beetje zelfde als binnen de Franse en Latijnse taal en dat de Grieken het oikonomia noemden van oikos wat huis + nomos wat gewoonte, manier of wet betekent. Gek he. Wie denkt er tegenwoordig nog aan zuinigheid of gewoonte, staathuishoudkunde, manier of wet als hij of zij aan de economie denkt. Ik denk weinig, waar de zuinigheid plaats heeft gemaakt voor groei, huis is vervangen door hypotheek, gewoonte, manier of wet is vervangen door fractioneel reserve bankieren, rente en inflatie. Vandaar dat iedereen op zoek is naar de economie want die er is simpelweg gewoon niet.
Dat zuinigheid en staathuishoudkunde, gewoonte, manier of wet synomiem staan voor economie, wie had dat nou gedacht? Het staat er echt dus dan moet het wel waar zijn. Of zou mijn Etymologisch woordenboek mij om de tuin willen leiden vanwege een of andere politieke agenda. Error-error entering Paranoia environment. Please go back and check again. De auteur is dr. P.A.F. van Veen(God(swt) rust zijn ziel) en overleed in 1996 en de enige die nu nog in.leven is (voor zover ik weet) is mede auteur dr. Nicoline van der Sijs. Maar laten we daar niet zoveel achter gaan zoeken.